1. TOEPASSINGSGEBIED
Deze specificatie heeft betrekking op ons product: mylar-luidsprekereenheid voor gebruik in dvd-spelers, telefoons, alarmsystemen en oproepsystemen.
2. ELEKTRISCHE EN AKOESTISCHE KENMERKEN
2.1.GELUIDDRUKNIVEAU (SPL)
Het geluidsdrukniveau moet worden aangegeven door de gemiddelde waarde gemeten op de
gespecificeerd frequentiebereik. 81 ± 3 dB bij gemiddeld 1200, 1500, 1800, 2000 Hz.
Meetvoorwaarde: sin-sweep-meting bij 0,1 W op de as bij 0,1 M
Meetcircuit: getoond in Fig. 2.
2.2.RESONANTIEFREQUENTIE (FO): 980 ± 20% Hz bij 1V. (GEEN schot)
Meetcircuit: weergegeven in figuur 2.
2.3.NOMINALE IMPEDANTIE: 8 ± 20% Ω (bij 1 KHz, 1 V)
Meetvoorwaarde: de impedantierespons wordt gemeten met Mylar-luidspreker.
Meetcircuit: getoond in Fig. 2.
2.4.FREQUENTIEBEREIK: Fo ~ 20 KHz (afwijking 10 dB van gemiddelde SPL)
Frequentieresponscurve: weergegeven in figuur 3. Met IEC-schotplaat.
Meetcircuit voor frequentierespons: weergegeven in figuur 2.
2.5.NOMINAAL INGANGSVERMOGEN (CONTINUUM): 2,0 W
2.6.MAX. INGANGSVERMOGEN (KORTE TERMIJN): 2,0 W
Er wordt gedurende 1 minuut getest met een IEC-filter met witte ruisbron
zonder prestatieverlies.
2.7.TOTALE HARMONISCHE VERVORMING: Minder dan 5% bij 1 KHz, 2,0 W
Meetcircuit: weergegeven in figuur 2.
2.8.WERKING: Moet normaal zijn bij sinusgolf en programmabron 2,0 W.
2.9.POLARITEIT: Wanneer een positieve gelijkstroom wordt toegepast op de aansluiting gemarkeerd met (+),
Het diafragma zal naar voren bewegen.Markering:
2.10.PURE GELUIDDETECTIE:
Gezoem, rammelaar, enz. Zou niet hoorbaar moeten zijn bij 4 VRMS-sinusgolven van Fo ~ 10 KHz.
3. AFMETINGEN (Fig.1)
4. FREQUENTIEMEETCIRCUIT (LUIDSPREKERMODUS) (Fig.2)